Het tafeleendmannetje valt op met zijn roodbruine kop, rode ogen, zwarte borst en lichtgrijze verenkleed. Hij zoekt voornamelijk ‘s nachts en in de schemering naar voedsel. Hij eet van alles: zaden, wortels, waterplanten, insecten, larven, kikkers en kleine vissen. Eind april verleidt het mannetje het grijsbruine vrouwtje met zijn uiterlijk en zijn baltsroep. Ze broedt zo’n acht tot tien eieren uit in een nest aan de waterkant.