Het wilde zwijn is een varkenssoort met een borstelige, donkerbruine tot zwarte vacht. Met zijn afgeplatte neus wroet hij in de grond en zoekt hij naar noten, grassen, kruiden, wortels, paddenstoelen en vruchten. Ook eet hij insecten, regenwormen, aas en konijnen. Het mannetje heeft stevige, scherpe slagtanden, waarmee hij met andere mannetjes vecht. De winnaar krijgt toegang tot een groep samenlevende vrouwtjes en hun jongen. Jaarlijks krijgt het vrouwtje meestal één worp met gemiddeld vijf of zes jongen.