De coelacanth is een “levend fossiel”: hij ziet er al honderden miljoenen jaren hetzelfde uit. De vis kan 1,8 meter lang worden en heeft een opvallende staartvin die uit drie delen bestaat. Met zijn zeven gespierde vinnen is hij heel beweeglijk in het water. Hij zwemt alle kanten op. De coelacanth verblijft overdag in grotten op zo’n 200 meter diepte. ‘s Nachts jaagt hij op vissen en inktvissen. Na bevruchting broedt het vrouwtje eieren uit in haar lichaam. De jongen zijn na de geboorte meteen op zichzelf aangewezen.