Silurus glanis Linnaeus, 1758

De meerval is een langgerekte vis die wel drie meter lang kan worden. Hij heeft een brede, afgeplatte kop en een grote bek. Onderaan zijn bek zitten zes draden, waarmee hij de bodem aftast naar prooien. Smaakpapillen op de bekdraden, maar ook zijn sterke gehoor helpen hem bij de jacht. Hij eet vooral vissen en soms kikkers en salamanders. Ook grijpt hij wel eens watervogels. De meerval paait in mei tot augustus in ondiepe wateren. Het mannetje maakt een nest en bewaakt en verzorgt de eitjes tot ze uitkomen.

%LABEL% (%SOURCE%)