Anarhichas lupus Linnaeus, 1758

De zeewolf is een baarsachtige vis met een grote stompe kop en krachtige kaken. Zijn rug is blauwgrijs en zijn flanken zijn grijsgroen met verticale donkere banden. De vis leeft op rotsachtige zeebodems op maximaal 500 meter diepte. Hij heeft lange puntige tanden waarmee hij mosselen, krabben, kreeften, zeesterren en zeeslakken grijpt. Daarna kraakt hij hun bepantsering met zijn stompe maaltanden. Deze slijten daardoor snel; hij wisselt ze dan ook ieder jaar. De zeewolf paait tussen oktober en januari. Het mannetje bewaakt de eiklompen tot de eieren uitkomen.

%LABEL% (%SOURCE%)