De haring is een beenvis van zo’n 25 tot 30 centimeter lang. Hij heeft een zilverkleurig, zijdelings afgeplat lichaam, een gevorkte staart en een grijsgroene rug. Hij leeft in grote scholen van soms wel miljoenen vissen, op een diepte van maximaal 200 meter. ‘s Nachts komen de scholen naar het oppervlak om roeipootkreeftjes, dierlijk plankton, zeeslakjes en jonge vissen te eten. De vissen communiceren met elkaar door gas te laten ontsnappen uit hun zwemblaas. Dit maakt een tikkend geluid. Jaarlijks trekken haringen naar ondiepe kustwateren om te paaien.