Het slakkenhuis van de zwartgerande tuinslak heeft een donkergekleurde mondrand en één tot vijf zwarte spiraalbanden. Ook effen huisjes komen voor. De kleur van het slakkenhuis is geel tot roze of bruin en erfelijk bepaald. Welke kleur het exemplaar heeft, staat onder invloed van natuurlijke selectie. In het ene geval biedt het voordeel om niet te worden gezien door vogels, in het andere geval beschermt de huisjeskleur tegen oververhitting. Deze flexibiliteit maakt de tuinslak geknipt voor onderzoek naar evolutie.