In de 18e eeuw troffen mijnwerkers in de Altyn Tube mijn in Kazachstan holtes in kwartsaders aan, gevuld met duizenden smaragdgroene transparante kristallen. In de hoop dat het kostbare smaragd zou zijn, werden de kristallen snel voor analyse naar Moskou gestuurd. Helaas was de uitslag negatief: de kristallen hadden een veel lagere hardheid dan smaragd. Later stelde de Franse mineraloog René Just Haüy in 1797 vast dat het een nieuw mineraal was en hij noemde het dioptaas. Tegenwoordig is dioptaas een gewild mineraal voor verzamelaars vanwege zijn mooie kleur en fraaie kristallen.