De laatvlieger is een vleermuis met een vleugelspanwijdte van zo’n 35 centimeter. Zijn vacht is lichtbruin en zijn kale poten, vleugels en staart zijn donkerbruin. In de schemering komt hij uit zijn verstopplek tevoorschijn en gaat hij op jacht. Met hulp van echolocatie grijpt hij insecten uit de lucht, zoals vliegen, kevers en motten. De paartijd valt in de herfst, waarna de vrouwtjes in de lente een broedkolonie vormen. De mannetjes blijven meestal alleen. Aan het begin van de zomer krijgen de vrouwtjes ieder één jong.