De rosse vleermuis is goudbruin van kleur en tien centimeter lang. Als het vrouwtje in de zomer naar het zuiden trekt, wacht het mannetje haar op en lokt haar naar zijn nest in een holle boom. Na de paring gaan de vleermuizen tot april in winterslaap, in groepen van zo’n duizend dieren. Na de winterslaap vormen de vrouwtjes aparte groepen en migreren zij terug naar het noorden, om daar elk één tot drie jongen te baren. De mannetjes blijven achter. De vleermuis jaagt rond de schemering naar insecten.