Cornu aspersum (O. F. Müller, 1774)

De segrijnslak is een landslak met een slakkenhuis van drie tot vier centimeter breed. Het volgroeide slakkenhuis heeft ongeveer vier windingen en is grijsbruin tot licht geelbruin van kleur met donkere vlekken en strepen. Deze slak eet voornamelijk groene planten en vruchten. Zelf wordt hij gegeten door vogels zoals de zanglijster, maar ook door loopkevers. De segrijnslak is mannetje en vrouwtje tegelijk, maar hij bevrucht zichzelf niet. Twee parende segrijnslakken vuren ‘liefdespijlen’ op elkaar af: naaldjes die een rol spelen in hun liefdesspel.

%LABEL% (%SOURCE%)