De Japanse kortsnuitdoornhaai heeft stekels aan zijn rugvinnen als verdedigingswapen tegen roofvissen, zoals andere haaien. Hij wordt maximaal één meter lang. De rug van de doornhaai is bronskleurig tot grijs, zijn buik is wit: een goede schutkleur waarmee hij tijdens de jacht van onderaf gezien tegen het wateroppervlak wegvalt. Met zijn stompe, rechthoekige snuit zoekt hij dicht bij de bodem naar zijn voedsel: vis en ongewervelde dieren. Het vrouwtje is eierlevendbarend. Ze draagt twee tot vier bevruchte eieren in haar lichaam. Na twee jaar komen haar jongen ter wereld.