De zes tot twaalf millimeter lange muurkaardespin maakt een nest onder hout of in muren. Buiten het nest loopt een netwerk van fijn spinsel. Dit web is zo dicht geweven dat een langslopende prooi niet om de draadjes heen kan. Als een prooi het web laat trillen, valt de spin aan. Feromonen op het web van een vrouwtje lokken een mannetje naar binnen. Na de paring sluit het vrouwtje zichzelf op in het nest. Ze offert zichzelf vervolgens op als voeding voor haar jongen.