De wonderboom is een struik van maximaal 250 centimeter hoog, met grote, gelobde bladeren. De bloemen staan in pluimen. De mannelijke bloemen met gele meeldraden staan onder de rode, vrouwelijke bloemen. Meestal worden de vrouwelijke bloemen door de wind bestoven met stuifmeel van een andere struik, maar soms bestuift de plant zichzelf. Na de bestuiving ontstaan stekelige vruchten met zaden die de plant zelf wegschiet. Aan de zaden zit een vettig aanhangsel. Mieren voeren dit aan hun larven en verspreiden daarmee de zaden. De wonderboom is zeer giftig.