De tijgerpython is een wurgslang van maximaal zo’n zeven meter lang. Hij heeft een gespierd lichaam en een donkerbruine huid met geelbruine, ovale vlekken. ‘s Nachts spoort hij met behulp van warmtesensoren in zijn lip zijn prooien op: knaagdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Hij slaat met een snelle beet toe, wurgt zijn prooi totdat die niet meer beweegt en slikt hem dan in één hap door. In het broedseizoen legt het vrouwtje tot wel honderd eieren. Ze krult zich eromheen om ze uit te broeden.