In het wild groeit arabica-koffie uit tot een boom van twee tot acht meter hoog. Bijen komen af op de zoete geur van de witte bloemen. Dankzij cafeïne in de nectar onthouden de bijen de locatie van de plant beter. Ze komen vaker terug, waardoor meer bloemen worden bestoven en zich meer bessen vormen. De zaden uit de bessen vormen de grondstof voor koffie. De bladeren bevatten zoveel cafeïne dat het vraatinsecten afweert. De dosis kan ze verlammen of zelfs doden.