Alopochen aegyptiaca (Linnaeus, 1766)

De nijlgans heeft een bont verenkleed met opvallende donkerbruine kringen rond zijn ogen. Zijn borst, buik en rug zijn grijsbruin tot roodbruin gekleurd. Zijn vleugels zijn zwart met donkergroene en witte vlakken. Hij eet voornamelijk grassen en kruiden. Ook waterplanten, insecten, wormen en kikkers staan op zijn menu. Een nijlganspaar maakt het liefst een nest in een (boom)holte. Soms broedt het paar op de grond of in een oud boomnest van bijvoorbeeld blauwe reigers of roofvogels. Het vrouwtje legt gemiddeld zes tot negen eieren. Het paar zorgt samen voor de jongen.

%LABEL% (%SOURCE%)