De hoornadder is een bruingele slang die maximaal zestig centimeter lang wordt. Door zijn kleur valt hij niet op in zijn zanderige omgeving. Zijn naam komt van de twee ‘hoorns’ boven zijn ogen. Hij verstopt zich vaak grotendeels onder het zand. Zo jaagt hij met gif op kleine dieren als vogels en hagedissen, en vermijdt hij de brandende zon. Zelf moet hij oppassen voor honingdassen en varanen. Hij leeft alleen en zoekt in de lente een partner. Het vrouwtje legt ondergronds maximaal tweeëntwintig eieren.