De Borneose orang-oetan is een grote, roodharige mensaap. Hij brengt het grootste deel van zijn tijd hoog in de bomen door en slaapt daar ook. Met zijn lange armen en flexibele gewrichten beweegt de orang-oetan zich behendig door het bos. De mensaap eet voornamelijk vruchten. Het alfamannetje gebruikt zijn grote wangflappen om extra hard te roepen. Op zo’n anderhalve kilometer afstand is hij te horen. Het vrouwtje krijgt eens in de zes tot acht jaar een jong, waar ze zelf voor zorgt.