De huiszwaluw is een zwaluw met een opvallende witte stuit en een korte, gevorkte staart. Hij heeft een blauwzwarte bovenzijde en kop en een witte onderzijde en stuit. De snelle en behendige vlieger maakt lange glijvluchten. Ondertussen vangt hij muggen en andere vliegende insecten met zijn korte snavel. Een huiszwaluwpaar maakt een komvormig nest van klei en zand tegen een rotswand, gebouw of brug. Het vrouwtje legt één of twee keer per jaar zo’n vier of vijf eieren. Vanaf augustus trekt de vogel naar zuidelijker gelegen overwintergebieden.