De tweevingerige luiaard is herkenbaar aan de twee lange, gebogen klauwen aan zijn voorpoten, waarmee hij klimt en waaraan hij hangt. Hij is een uitermate langzame klimmer en hangt het grootste gedeelte van de dag ondersteboven aan een tak. Hij slaapt wel vijftien uur per dag en eet voornamelijk bladeren, die weinig energie opleveren. Op zijn lange, grijsbruine vacht groeien groene algen die zorgen voor een goede schutkleur in het regenwoud. De luiaard paart in de bomen, waarna het vrouwtje van één jong bevalt.