Ailurus fulgens Cuvier, 1825

De kleine panda is herkenbaar aan zijn dikke, roodbruine vacht en zijn ronde kop met witte oren en witte snuit. Hij leeft voornamelijk in bomen, waar zijn scherpe klauwen van pas komen bij het klimmen. Met zijn lange staart blijft hij in evenwicht. Hoewel hij geen familie is van de reuzenpanda, eet hij ook voornamelijk bamboebladeren. Bamboebladeren zijn moeilijk te verteren en geven hem weinig energie. Daarom eet en slaapt de kleine panda veel. Het vrouwtje krijgt rond juni één tot vier jongen, waar ze zelf voor zorgt.

%LABEL% (%SOURCE%)