De veelvraat behoort tot de familie van de spinners: grote wollige vlinders die als volwassen insect geen werkende monddelen meer hebben en dus ook niet eten. De grote rupsen daarentegen verwerken heel wat voedsel; de naam veelvraat verwijst daar naar. De rupsen leven op diverse kruiden en struiken, waaronder heide, bosbes en braam. Ze verpoppen in een langwerpige cocon die verstopt op de grond ligt. Terwijl de mannetjes ook overdag vliegen, vliegen de vrouwtjes uitsluitend ‘s nachts. Zij leggen grote kluwen met eieren.