Eucera longicornis (Linnaeus, 1758)

Het mannetje van de gewone langhoornbij is goed herkenbaar aan zijn zeer lange antennes. Het vrouwtje heeft kortere antennes en een breed ovaalvormig achterlijf. De gewone langhoornbij wordt veertien tot zestien millimeter groot. Het vrouwtje maakt haar nest in de grond in zelfgegraven tunneltjes. De nesten van meerdere vrouwtjes liggen vaak bij elkaar. In haar nest graaft het vrouwtje tot zeven broedcellen, die ze deels vult met een stuifmeelbrij. Bovenop de brij legt ze een eitje. De larve voedt zich met de stuifmeelbrij.

%LABEL% (%SOURCE%)