De Himalayathargeit heeft een dikke, bruine vacht en lange hoorns. Met zijn relatief korte poten met stevige hoeven springt de berggeit van rots naar rots en beklimt steile hellingen. De geit leeft in groepen. In de ochtend en namiddag zoeken de dieren naar grassen en bladeren. In het paarseizoen intimideren mannetjes elkaar met hun hoorns, al vechten ze er niet mee. De dominante mannetjes paren met meerdere vrouwtjes. De vrouwtjes krijgen ieder één jong, die ze opvoeden in de groep.