De gewone doosschildpad is een landbewoner met een opvallend bol schild. Bij gevaar trekt de schildpad zijn kop, poten en staart in en klapt hij zijn schild, net als een doosje, dicht. Zijn speciale buikschild heeft hiervoor aan de voor- en achterkant een scharnier. Hij eet van alles: slakken, wormen, insecten en eieren, maar ook bessen en bloemen. In de lente paren het mannetje en vrouwtje. Het vrouwtje graaft een gat, waarin ze drie tot acht eieren legt. De omgevingstemperatuur bepaalt het geslacht van de jongen.