Gyps bengalensis (Gmelin, 1788)

De Bengaalse gier is een middelgrote, zwartbruine gier. Zijn vleugels hebben een spanwijdte van zo’n twee meter. De aaseter vindt karkassen door andere aaseters, zoals jakhalzen en andere gieren, in de gaten te houden en te volgen. Ook eet hij vaak slachtafval. De gier leeft en broedt in grote kolonies in bomen. Het vrouwtje legt één ei, waarna de ouders om de beurt op het ei zitten. De soort wordt tegenwoordig ernstig bedreigd door het gebruik van pijnstillers in de veehouderij, waarbij gifstoffen in het slachtafval terecht komen.

%LABEL% (%SOURCE%)