Otus scops (Linnaeus, 1758)

De dwergooruil is een kleine grijsbruine uil van maximaal twintig centimeter groot. Hij is te herkennen aan zijn korte oorpluimen en zijn korte maar luide roep: ‘tjuu’. In het donker hoort en ziet hij uitstekend. Hij jaagt ‘s nachts vanuit bomen op insecten, wormen, muizen en kleine vogels. Overdag houdt hij zich schuil in een boom. Het mannetje en vrouwtje blijven levenslang bij elkaar. Jaarlijks legt het vrouwtje twee tot zes eieren in een boomholte. Veel dwergooruilen vertrekken in augustus naar het zuiden om te overwinteren.

%LABEL% (%SOURCE%)