De orde vliesvleugeligen bestaat uit wespen, bijen en mieren. Er zijn naar schatting 150.000 soorten, die zich kenmerken door hun vliezige dunne vleugels. Door hun voor- en achtervleugels met kleine haakjes te verbinden vliegen ze soepel en gecontroleerd door de lucht. De vrouwtjes bezitten een speciale legboor (ovipositor) waarmee ze eitjes leggen, welke bij sommige soorten is geëvolueerd tot een angel. Vliesvleugeligen ondergaan een volledige metamorfose tot volwassenen: ze ontwikkelen zich van ei tot larve en van pop tot volwassene.