Palmen vormen een diverse plantenfamilie met ruim 2.500 soorten. De soort met de grootste bloeiwijze is de sagopalm, met bloemen van tot wel 7,5 meter. De meeste andere palmen hebben bloemen van 2,5 tot 25 centimeter groot. Palmen maken doorgaans geen zijtakken en kennen geen diktegroei, waardoor ze dun blijven, in verhouding tot hun hoogte. De bladeren lijken op veren of waaiers. Palmen hebben een harde buitenlaag, vol littekens of resten van de bladstengels. Er zijn ook klimmende palmen, de rotans, die veel stekels hebben.