De veldsprinkhaan heeft lange achterpoten, die het mannetje langs zijn vleugels strijkt om het typische tjirpgeluid te maken. Met het tjirpen lokken de mannetjes de vrouwtjes, die de liefdes serenade waarnemen met een gehoororgaan in hun achterlijf. In tegenstelling tot sabelsprinkhanen hebben vrouwtjes van veldsprinkhanen een onopvallende, korte eilegbuis. De veldsprinkhaan heeft korte voelsprieten op zijn kop. Felle kleuren op het lichaam of de achtervleugels zijn bedoeld om vijanden af te schrikken. Veldsprinkhanen eten uitsluitend planten zoals grassen.